Banjul, Gambia. Kerstmis 2015.
Holiday Beach Club, Serrekunda, zou de uitvalsbasis voor onze zoektocht naar het openluchtmuseum Wide Open Walls worden. Bedenker Lawrence Williams bracht in 2009 de allergrootste streetart artiesten, waaronder Banksy en onze Gentse trots Roa samen om het project vorm te geven. Het project dat tot doel had de lokale gemeenschap te ondersteunen. De impact van het kunstproject, weids verspreid over de adembenemende Makasutu vallei, alsook de onbevangenheid van de spelende kinderen, zullen ons eeuwig bijblijven.
Maar wat met “Les Zoos Humaines”?
De manier echter waarop de immer schuchtere, stoïcijnse, hardwerkende moeders, met hun geïnfecteerd doorbloede witte oogbollen een blik van wantrouwen op ons wierpen, staat voor altijd op mijn netvlies gebrand.
Maar wat met “Les Zoos Humaines”?
Op nieuwjaarsdag, dag voor vertrek, genoten we van een goed boek onder een parasol aan het zwembad. Een 30-koppig kinderkoor uit een omliggende parochie doorbrak het zwembadritueel van menig toeristen en brachten enkele religieuze liederen ten berde. Frère Jacques voorop. Ik volgde het korte optreden aandachtig, doch met gemengde gevoelens. Het merendeel van de groep “Homines Turistici” fatsoeneerden zich enigszins door een uittocht van de kinderen, in de richting van een volgend hotel, onder wenselijk applaus op gang te zetten. Dit was echter zonder de set list van de geestelijke gerekend.
Na het inzetten van een tweede gospel liet een eerste geboende corpulente walrus zich ostentatief het water inglijden. Enkelen volgden zijn voorbeeld en al heel snel ging een meerderheid van de aanwezigen terug over tot de orde van de dag. Ze trokken foto’s, bestelden drank, smeerden olie, deden aan woordzoekers, gooiden met een balletje, voerden een paringsdans op, maakten zich nat, zonden zich droog, bestelden nog meer drank, bruinden zich een strijd met de buur, verslonden hun boulevardblad, lazen een stationsroman of deden alsof.
De kinderen gingen heupwiegend, jolig gedrild, schijnbaar onverstoorbaar verder. Strofe na strofe.
Ik op mijn beurt aanschouwde deze menselijke dierentuin, loensend tussen de verschillende species die allen tegelijk mijn volle aandacht trokken, op zoek naar gedeelde verontwaardiging bij soortgenoten.
Ik kon niet geloven dat dit schouwspel zich onder mijn toeziend oog voltrok.
Waar maak je je druk om? Het zijn toch maar kinderen die grootouderfeestgewijs een kleine opvoering brengen? Zie ze lachen, zie ze dansen. Zie ze stralen! Daar kan je toch niets tegen hebben? Je geeft hen luttele euro’s, klaar, kous af.
Een eeuw geleden werden excentrieke mensen, allochtonen, veroveringen uit koloniale gebieden, als exotische dieren ingevoerd en tentoongesteld aan de blanke elite. Naast de boeroendoek en de muntjak, netjes opgesloten achter hekkens om de veiligheid van de bezoekers te garanderen. Een hand door de tralie deed je op eigen risico. “Please do not feed the animals”
Met mijn 2,05 meter had ik zelf via de catalogus besteld kunnen worden. De aard van mijn beestje zou echter een diepe gracht als afscheiding tussen mij en de nieuwsgierigen vereisen.
Liberté, egalité, fraternité mijn motto, dat ik als introspectief kind al vrij snel ontdekte, nog voor ik later werd ingeleid in de Franse geschiedenis.
Mijn kritisch geblaat zou mijn uniciteit enkel benadrukken.
Na het ruilen van portretrechten tegen enkele losse munten, zo’n 15 minuten na aanvang van de voorstelling, verlieten de kinderen onder luid applaus de arena.
Aanspoorder van dienst bleek zowaar de walrus die, ondertussen opnieuw aangemeerd, bij het verorberen van een driehoek pizza, zich van deze taak kweet.
Maar wat met “Les Zoos Humaines”?
Ze zijn er nog steeds, omnipresent, voor zij die ze willen zien. Voor zij die durven kijken.
De rijdende circussen van weleer mogen dan wel lijken verdwenen, het fenomeen blijft echter zeer actueel.
Je hoeft hiervoor zelfs geen Ryanair vlucht te boeken.